Tandgevoeligheid: verschillende producten en hun werkingsmechanismen.

Tandgevoeligheid ontstaat wanneer het dentine komt bloot te liggen doordat er tandglazuur verloren gaat. Momenteel wordt enkel de “hydrodynamische theorie” geaccepteerd als de correcte uitleg van hoe dit tot stand komt. Deze gevoeligheid kan zich manifesteren vanaf de eerste stadia van tandletsels, met name na het verwijderen van de beschermlaag die de “smear layer” wordt genoemd. De blootstelling en opening van de tandkanalen vergroot de kans op pijn, vooral wanneer het aantal en de diameter van deze kanalen groter worden.

Er bestaan verschillende concepten om tandgevoeligheid te behandelen, waaronder:

Verstopping van de dentinale tubuli en vermindering van hun permeabiliteit.
Deze benadering is gebaseerd op de neerslag van actieve stoffen om de tubuli te verstoppen en hun permeabiliteit te verminderen. Actieve stoffen die vaak in de literatuur worden genoemd, zijn onder andere:

  • Natriumfluoride

  • Stannumfluoride

  • Arginine

  • Nano-hydroxyapatiet

  • Caséïnephosphopeptiden (CPP)

  • Amorf calciumfosfaat (ACP)

Desensibilisatie van de zenuwen
Deze methode is gericht op het verminderen van de zenuwprikkeling die de pijn veroorzaakt met behulp van kaliumionen. De stoffen die door de literatuur worden voorgesteld, zijn onder andere:

  • Kaliumnitraat

  • Kaliumchloride

  • Kaliumcitraat

Coagulatie van de proteïnen in het dentinaire vocht
Deze techniek maakt gebruik van twee actieve stoffen: hydroxyethylmethacrylaat en glutaraldehyde (Gluma).

Resineadhesieven en fluorhoudende lakken
Resineadhesieven werken door de dentinale tubuli af te dichten, waardoor een duurzame barrière tegen stimuli wordt gevormd. Fluorhoudende lakken, die voor professioneel gebruik zijn, bevatten een hoge concentratie fluor. Ze vormen een dunne beschermlaag die fluor gedurende een langere periode (4 tot 6 maanden) afgeeft.

Laser
Bepaalde soorten lasers werken door de zenuwvezels te depolariseren, waardoor verlichting van de tandgevoeligheid wordt geboden. De effectiviteit van lasers in dit verband is echter nog niet duidelijk vastgesteld in de literatuur. Verdere klinische proeven zijn nodig om hun nuttigheid te bevestigen.